Impenetrable infiltration: Air permeability of Dutch dwellings
Impenetrable infiltration: Air permeability of Dutch dwellings

Authors

  • Bram Entrop University of Twente, Engineering Technology
  • Jan Hensen Eindhoven University of Technology, Built Environment
  • Marcel Loomans Eindhoven University of Technology, Built Environment
  • Ron Brons Nieuwenhuis Groep
  • Alex Veldhoff Selekthuis Bouwgroep
  • Jan Averink Selekthuis Bouwgroep

Downloads

DOI:

https://doi.org/10.7480/spool.2014.2.931

Abstract

Het is wenselijk dat gebouwen beschikken over voldoende en de juiste mogelijkheden om te ventileren. Buiten de benodigde ventilatievoorzieningen is het echter de bedoeling een gebouw zo luchtdicht mogelijk te maken ten einde comfortklachten en onnodig energiegebruik te voorkomen. In het Bouwbesluit zijn eisen met betrekking tot de luchtdoorlatendheid – het tegenovergestelde van luchtdichtheid – opgenomen. Met betrekking tot een heel gebouw wordt in Art. 5.4 lid 1 het volgende geëist: De volgens NEN 2686 bepaalde luchtvolumestroom van het totaal aan verblijfsgebieden, toiletruimten en badruimten van een gebruiksfunctie is niet groter dan 0,2 m³/s. De Universiteit Twente en de Technische Universiteit Eindhoven hebben samen met het bouwbedrijf SelektHuis gewerkt aan de uitvoering van het onderzoek “Impenetrable Infiltration”. Dit onderzoek naar de luchtdoorlatendheid van woningen kent drie onderdelen, namelijk: 

A. Een veldonderzoek waarbij luchtdichtheidsmetingen worden uitgevoerd op vrijstaande woningen om zo te bepalen tegen welke keuzemogelijkheden luchtdichtheidsmeters en uitvoerende bouwondernemingen aanlopen om de luchtvolumestroom te beïnvloeden;

B. Een deskstudie waarbij rapportages van luchtdichtheidsmetingen worden bestudeerd om zo te bepalen wat de huidige stand van zaken is betreffende de luchtdichtheid van woningen;

C. Een vergelijkend praktijkonderzoek naar het bepalen van de luchtdichtheid, waarbij drie partijen de luchtdichtheid van dezelfde duurzaam gebouwde vrijstaande woning zullen vaststellen.

Om de veldstudie en het praktijkonderzoek uit te kunnen voeren, is de nodige apparatuur aangeschaft. Er is gebruik gemaakt van een blower door, een ventilator en een digitale manometer. Tevens is er tijdens de metingen gebruik gemaakt van twee dataloggers om de luchtdruk, binnen- en buitentemperatuur elke minuut vast te leggen. Er werd een anemometer gebruikt om de windsnelheid op locatie te bepalen. Om inzicht te krijgen waar eventuele lekken zich bevonden, werden een rookmachine en een infraroodcamera ingezet.

How to Cite

Entrop, B., Hensen, J., Loomans, M., Brons, R., Veldhoff, A., & Averink, J. (2014). Impenetrable infiltration: Air permeability of Dutch dwellings. SPOOL, 1(2), 19–24. https://doi.org/10.7480/spool.2014.2.931

Published

2014-11-10

Plaudit